Neem contact op
555-555-5555mijnmail@mailservice.com

'vrees voor misbruik' misbruikt?

Peter van Schooten • apr. 17, 2024

Korpschef roept te pas maar vaak ook te onpas 'vrees voor misbruik' in voor de weigering en intrekking van jachtaktes en verloven!

De grondslag 'vrees voor misbruik' in de wapenwetgeving is gekozen om de veiligheid van de samenleving te kunnen waarborgen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bepaald dat ook geringe twijfel aan het verantwoord zijn om iemand over wapens en muntie te laten beschikken al voldoende is om een aanvraag om een jachtakte of verlof te verlenen op grond hiervan te weigeren of een verleende jachtakte of verlof in te trekken.


Toch zijn er grenzen aan geringe vrees voor misbruik en die grenzen moeten per geval worden ontdekt. In de dagelijkse praktijk roept de politie nl. al bij het minste of geringste feit dat sprake is van (geringe) vrees voor misbruik om een aanvraag te weigeren of een verleende akte of verlof in te trekken.


Waar liggen die grensen?


De Wet wapens en muntie schrijft een nogal ongelukkige procedure voor als je het niet met de politie eens bent, nl. om het besluit van de politie in 'administratief beroep' voor te leggen aan de Minister van Justitie en Veiligheid, bij de dienst Justis. Probleem hierbij is dat een dergelijk beroep in de praktijk volstrekt zinloos is omdat de Minister (lees: de dienst Justis) hoogst zelden of nooit een administratief beroep tegen een dergelijk besluit van de politie gegrond acht.


Ongeschikt rechtsmiddel


In plaats van dit 'administratief beroep' bij de Minister zou 'bezwaar' tegen dergelijke besluiten bij een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie betere rechtswaarborgen bieden.


Toch zijn er wel grenzen aan de geringe vrees voor misbruik. Daarvoor is van belang of de feiten die aan de jager of sportschutter worden verweten wel aanleiding kunnen zijn om een potentiele aantasting van de veiligheid in de samenleving aan te nemen. Als dat niet het geval is, dan is het (voorgenomen) besluit van de politie ten onrechte gebaseerd op geringe vrees voor misbruik. In al wat oudere jurisprudentie werd overwogen dat bij het ontbreken van het doel van het besluit, de veiligheid in de samenleving, het besluit kwalificeert als moraliserend voor de burger en daarvoor is de Wet niet bedoeld. Immers het toestingskader wat dan wordt toegepast is niet bedoeld om de burger extra normen op te leggen.


Bovendien is er geen connexiteit tussen de bevoegdheid om over wapens en muntie te mogen beschikken en de gebleken feiten. Voorbeeld is de verkeersovertreding door een jager of sportschutter. Aannemende dat er geen verband bestaat tussen de verkeersovertreding en de jacht of de schietsport zou dat betekenen dat er geen grond is om een akte of verlof te weigeren of - indien al verleend - in te trekken. Waarom worden de feiten dan toch gebruikt om over te gaan tot weigereing of intrekking? Maakt de korpschef dan geen misbruik van geringe vrees voor misbruik?  


De Afdeling rechtspraak van de Raad van State heeft wel voor geringe feiten, die wel in verband staan met de Wet wapens en munitie (bij sportschutters) of de Wet natuurbescherming (bij jagers) de Minister en daarmee ook de Korpschef van politie op de vingers getikt.


Besluiten moeten nl. altijd proportioneel zijn. De besluiten moeten wel evenredig zijn ten opzichte van het doel: de bescherming van de veiligheid in de samenleving. Dit betekent dat als de Korpschef van politie of in geval van administratief beroep de Minister van Justitie en Veiligheid kan en moet volstaan met een minder ingrijpende maatregel dan de weigering of intrekking. In die gevallen moet er voor worden gekozen om te volstaan met een formele schriftelijke waarschuwing aan betrokkene.


Het is echter de vraag of de politie en Justitie binnen de lijntjes blijft kleuren....

door Peter van Schooten 21 mrt., 2024
Geen wettelijke definitie van 'kastval'
door Peter van Schooten 09 sep., 2022
Scheiding der machten
door Peter van Schooten 09 sep., 2022
Opmerkelijke uitspraak
Share by: